WIJK AAN ZEE – Inwoners en uitwoners van het zeedorp die normaal pop, rock of jazz zingen of in een zangkoor of alleen maar tijdens het douchen, brengen liedjes weer tot leven uit de tv-serie Kunt u mij de weg naar Hamelen vertellen meneer? die in 2004 ook als musical in de theaters is uitgevoerd. In de studio van het Badgastenkerkje zingen wij 1 voor 1 de zangpartijen van de liedjes en spelen de diverse instrumenten. Vandaag presenteren wij het Prinsenlied.
Zang: Mariska, Vincent, muziek: Jan Paul
Vincent Bijlo en Mariska Reijmerink
Sinds het liefdesstel ooit een weekend logeerde in de Pipowagen van SaWaZ (Stichting Actief Wijk aan Zee) en JP de ontbijtjes serveerde ontstond een vriendschap die (on)regelmatig ook kan uitmonden in samen muziek maken.
In ‘Hamelen’ wordt de buitenwereld omgewisseld met de binnenwereld
Het Prinsenlied zit in aflevering 7 van Kunt u me de weg naar Hamelen vertellen meneer? via televisiezender Nederland 1 uitgezonden op 25 november 1972. In het avontuurlijke verhaal wordt de buitenwereld om gewisseld met de binnenwereld want de Hamelaars zitten plotseling opgesloten in een kijkdoos met een dor landschap en de normale wereld is daarbuiten. Totdat Aernout en Hildebrandt ontdekken dat Gruizel Gruis dit geflikt heeft in opdracht van Guurt van Grasp die ontmaskerd wordt als de Rauwe Raaier. De Hamelaars komen er weer uit en kunnen verder naar een volgend avontuur. Oorspronkelijk wordt het Prinsenlied gezongen door Rob de Nijs, Marnix Kappers, Wim van der Grijn en het kinderkoor Henk van der Velde. Meer (bijna alles) over ‘Hamelen’ op pagina Hamelen.net
Prinsenlied
Tekst Harrie Geelen, muziek Joop Stokkermans
Wat moet het – dacht ik – zalig zijn
Wanneer een reus je kidnapt
En jij een jaar op houtjes bijt
Totdat je ’n vals gebit hebt
En denkt: hier kom ik nooit meer uit
Maar hé, wat zie ik ginds
Komt daar geen kleine stofwolk aan
Ach kijk, het is een prins
Prinsen breken de voordeur open
Met een machtige sabelhouw
Draken moeten het duur bekopen
Reuzen hebben te laat berouw
Prinsen hakken de boel in diggelen
Om de dooie dood niet bang
En alle traantjes die nog biggelen
Kussen ze keurig van je wang
Een prins is lief en als een lam
Totdat een boef z’n mes trekt
Dan raakt een prins in vuur en vlam
Waardoor hij de prinses redt
Een prins hakt op de booswicht in
Maar nimmer met een knots
En als een boef niet opgeeft
Stort hij krijsend van een rots
Prinsen zwemmen de slotgracht over
Met een machtige krouwelslag
Blauwbaard zelf sloeg achterover
Jammer – op z’n ouwe dag
Prinsen kunnen van liefde dromen
Onbereikbaar, eersterangs
Waar geen sterveling ooit zal komen
Rijen ze heel toevallig langs
Prinsen helpen iedere stakker
Hulp in nood is prinsenplicht
Prinsen kussen iedereen wakker
Die in een glazen kistje ligt
Prinsen hakken de boel in diggelen
Om de dooie dood niet bang
En alle traantjes die nog biggelen
Kussen ze keurig van je wang