De vraag die hier wordt gesteld is of het menselijk brein vóórdat het zich met iets gaat bemoeien, vrij kan zijn van problemen, zodat het in (de) staat is om problemen op te lossen. Kun je beginnen met vrij van problemen te zijn? Of is dat onmogelijk? Het menselijk brein – dat wat binnenin de schedel zit- heeft zelf problemen. Kan dat brein ooit vrij van problemen zijn, zodat het problemen kan oplossen?
We kunnen problemen niet oplossen met dezelfde manier van denken die ze veroorzaakt. A. Einstein
Denken schept geen verbinding het is een afscheiding
De mens heeft stilte volkomen verloren. Ook wanneer je niets doet ben je niet stil, in gedachten doe je altijd wel iets. Door dat ononderbroken gebabbel van binnen, die binnenpraat, heb je nergens contact mee. Zelfs niet met degene die je liefhebt en dat ligt uitsluitend aan dat voortdurende gekwebbel van binnen. Door te denken scheid je je af van het bestaan. Denken schept geen verbinding, slaat geen brug, is geen communicatie- het is een afscheiding. Niet- denken vormt een verbinding, een overbrugging, je bent één met wat om je heen is. Wanneer je met iemand praat ben je niet verbonden. Het praten vormt een barrière. Als je bij iemand stil kunt zijn is er een band.
De last van onze denkbeelden
We hebben als mensen innerlijk een muur van ‘zekerheden’ om ons heen gebouwd met behulp van godsdienstige, politieke en persoonlijke denkbeelden, die worden uitgedrukt in symbolen, ideeën en overtuigingen. De last daarvan beheerst ons denken, onze onderlinge verhoudingen en ons dagelijkse leven. Ze zijn de oorzaak van onze problemen, omdat ze verdeeldheid zaaien tussen mensen onderling. Onze kijk op het leven wordt bepaald door de ideeën die in ons innerlijk verankerd liggen.
“Wetenschap lost nooit een probleem op zonder tien nieuwe te creëren”.
G.B. Shaw
Niet ons hart maar onze dromen en ideeën waar we aan vasthouden zijn het probleem
We sluiten ons hart af in de veronderstelling dat het hart het probleem is. Dat is het niet. Onze dromen zijn het probleem. Onze ideeën waar we aan vasthouden over hoe het zou moeten zijn. Dat is het probleem. Kan het menselijk brein, vóór alles, voordat het begint met problemen oplossen, zelf vrij zijn van problemen, zodat het in staat is problemen op te lossen?
Problemen worden moeilijk om op te lossen wanneer we ze wortel laten schieten in onze geest. De geest creëert de problemen en wordt vervolgens de vruchtbare grond waarin ze wortel schieten. En zodra een probleem eenmaal goed gevestigd is in de geest wordt het heel moeilijk om het te ontwortelen.
Heb je je weleens afgevraagd waarom wij ons leven lang problemen hebben?
Heb je je weleens afgevraagd waarom wij ons leven lang problemen hebben, vanaf het ogenblik dat we geboren worden totdat we sterven? Problemen met de dood, met angst, met het werk, relaties, honderden dingen. Vanaf onze kinderjaren wordt het menselijk brein ertoe geconditioneerd problemen te hebben, het is nooit vrij van problemen. Opgroeien, tiener worden, vrijen, leren geld verdienen, je in de samenleving inpassen – of niet- het wordt allemaal een probleem. Iedere politicus schept nieuwe problemen als hij een bestaand probleem oplost.
Totdat je het onbewuste bewust maakt zal het je leven bepalen en zal jij het het lot noemen.
De vraag die hier nu gesteld wordt is..
Dus ons brein dat de herinnering, het geheugen herbergt en dat een enorme technische kennis heeft opgebouwd, is er op getraind, er in opgevoed problemen te hebben. De vraag is nu of dat brein vóór alles vrij van problemen kan zijn. Zodat het in staat is problemen op te lossen. Kun je beginnen met vrij van problemen te zijn? Of is dat onmogelijk? Het menselijk brein – dat wat binnenin de schedel zit- heeft zelf problemen. Kan dat brein ooit vrij van problemen zijn, zodat het problemen kan oplossen? Dat is logisch, nietwaar?
Ons brein kan niet zonder problemen en is daardoor zelf een probleem geworden
Ons brein is geconditioneerd problemen te hebben en is daardoor zelf een probleem geworden. Door al die bekrompen godsdiensten, door specialisatie, door het milieu waarin we leven, door onze opvoeding, door armoede, door rijkdom, door de geloften die je hebt afgelegd. Ons brein is dus verregaand geconditioneerd, tot dat van een zakenman, tot dat van een echtgenoot, noem maar op.
“Het denken creëert de hele tijd problemen en probeert ze vervolgens op te lossen. Maar terwijl het brein probeert problemen op te lossen maakt het ze groter want het heeft niet in de gaten dat het zelf de problemen creëert, En hoe meer het brein denkt des te meer problemen het veroorzaakt. Het probleem is dat het denken zich niet van zichzelf bewust is.” David Bohm
Volgens fysicus/filosoof David Bohm is het denken een systeem dat een onderling verbonden netwerk is van concepten, ideeën en aannames, die naadloos verspreiden tussen individuën en door de hele samenleving. Als er een fout is in het functioneren van het denken moet het dus wel een systeemfout zijn die het gehele netwerk infecteert. De gedachte die naar voren wordt gebracht als oplossing voor een bepaald probleem, is daarom vatbaar voor dezelfde fout die het probleem heeft veroorzaakt dat het probeert op te lossen.
Nog liever houden we vast aan iets dat we kennen, want met de problemen, hoe pijnlijk ook, zijn we tenminste bekend
Totdat je het onbewuste bewust maakt zal het je leven bepalen en zal jij het het lot noemen. Bewust of onbewust weigeren we de noodzaak te zien van het passief bewust zijn omdat we onze problemen eigenlijk helemaal niet los willen laten; want wat zouden we zijn zonder? Nog liever houden we vast aan iets dat we kennen – hoe pijnlijk dat ook mag zij- dan het risico te nemen van iets na te streven dat ons god weet waar naar toe zal brengen. Met de problemen zijn we tenminste bekend.
De maker van de problemen opsporen
Maar het idee om degene die ze maakt op te sporen, zonder te weten waar dat toe kan leiden, vinden we tegelijkertijd zowel griezelig als saai. De geest zou verloren zijn zonder de zorg voor problemen; het voedt zich met problemen het leeft ervan, of het nu wereldproblemen zijn of huis-tuin-en keuken problemen, politieke, of persoonlijke, religieuze of ideologische problemen.
Een geest die in beslag wordt genomen door wereldproblemen is net zo kleinzielig als de geest die bezorgd is over zijn spirituele vooruitgang
Dus onze problemen maken ons kleinzielig en kleingeestig. Een geest die in beslag wordt genomen door wereldproblemen is net zo kleinzielig als de geest die bezorgd is over zijn spirituele vooruitgang. Problemen belasten de geest met angst, want problemen geven kracht aan het zelf, aan het “mij” en aan het “van mij”. Zonder problemen is er geen zelf. Met prestaties, met mislukkingen, met het ego verrijzen de problemen.
We hebben allemaal 83 problemen, het 84e probleem is dat je helemaal geen probleem wilt hebben
Dit is het oude verhaal over een man die de Boeddha opzocht, omdat hij gehoord had dat hij zo’n groot leraar was. Zoals iedereen had ook hij in zijn leven de nodige tegenslag gehad en droeg hij aardig wat problemen met zich mee. Hij dacht dat de Boeddha, een verlicht meester, misschien in staat was hem voorgoed van zijn problemen te verlossen. Hij vertelde de Boeddha dat hij boer was.
‘Ik houd van het boerenleven,’ zegt de boer tegen de boeddha, ‘maar soms regent het te weinig en dan mislukt de oogst. Vorig jaar werd dat bijna onze dood. Andere keren regent het juist weer te veel, wat ook heel slecht is voor de oogst.’ De Boeddha luistert geduldig. ‘Ik ben getrouwd,’ zegt de man. ‘Ik heb een heel goede vrouw. Ik houd echt van haar. Maar soms kan ze zo tegen me zeuren, soms word ik zo moe van haar, en dan loopt de spanning hoog op en krijgen we ruzie.’
De Boeddha luistert zonder een woord te zeggen. ‘Ik heb ook kinderen,’ zegt de man. Leuke kinderen, dat wel, maar vaak doen ze net alsof ik niet besta, en soms…’
Zo praat de boer uitgebreid over zijn zorgen. Ten slotte is hij, eindelijk, uitgepraat. Vol spanning wacht hij op antwoord van de Boeddha. Hij kent de reputatie van de Boeddha en hoopt dat de Boeddha aan al zijn problemen een einde kan maken.En dan zegt de Boeddha: ‘Ik kan je niet helpen.’ ‘Hoe bedoelt u dat?’ vraagt de boer verbaasd. ‘Iedereen heeft problemen,’ antwoordt de Boeddha. ‘We hebben allemaal drieëntachtig problemen. Drieëntachtig problemen waaraan we niets kunnen doen. Als je echt je best doet kun je er misschien één oplossen, maar zodra dat probleem verdwenen is, komt er direct weer een ander voor in de plaats. Alle mensen van wie je houdt zullen bijvoorbeeld op een gegeven moment uit je leven verdwijnen en ook jij zult op een gegeven moment doodgaan. Dit is een probleem, en jij noch wie dan ook kan daaraan iets doen, dus ik ook niet.’
De boer wordt woedend. ‘En ik dacht nog wel dat u zo’n groot leraar was!’ roept hij. ‘ Ik dacht nog wel dat u zou kunnen helpen! Wat heb je aan die leer van u? Niets, helemaal niets!’
De Boeddha antwoordt rustig: ‘ Misschien is die leer wel goed voor het oplossen van het vierentachtigste probleem.’
‘Het vierentachtigste probleem? ‘vraagt de boer verbaasd. ‘Wat is het vierentachtigste probleem? ‘
De Boeddha antwoordde: ‘Dat je helemaal geen problemen wilt hebben.’
Sorrow – The Merseys
Liedje geschreven door Richard Gottehrer, Jerry Goldstein and Bob Feldman gezongen door Tony Crane en Billy Kinsley “the Merseys.” The Merseys was een zangduo, dat overbleef toen de popgroep The Merseybeats in 1966 uit elkaar viel.