Ze zien elkaar van zó ’n grote afstand dat ze zich weer tot elkaar aangetrokken voelen. Dan zijn ze weer gewoon een man en een vrouw geworden, en niet meer elkaars geliefden. Ze zijn een man en een vrouw, vreemden van elkaar. En dan worden ze verliefd op elkaar. Komen weer tot elkaar. En vervolgens komt er weer een moment waarop ze even één zullen zijn, dat is hun geluk, dan zijn ze blij. Klik. Maar op het moment dat ze één zijn begint het proces van uit elkaar gaan weer. Klak. En zo gaat het maar door -steeds weer, steeds opnieuw, tot elkaar komen en weer uit elkaar gaan. Zo gaat het- het leven vormt energie dankzij de tegenpolen. Zonder tegenpolen is er geen leven.
Als er geen tegenspraak was waar zou dan de aantrekking vandaan komen?
Het leven is één grote tegenspraak, daarom leeft het. Het leven leeft dankzij het tegendeel, dankzij de confrontatie met de tegenpool en die tegenstelling, die uitdaging schept energie. Dat maakt energie vrij en het leven beweegt zich in die energie. Denk even na: als er geen tegenspraak was, zou het leven synoniem zijn met de dood, want waar zou dan de uitdaging zijn? Waar zou dan die aantrekking vandaan komen? Waar zou dan energie vandaan komen? Het leven zou monotoon zijn, vlak, doods. Leven is alleen mogelijk vanwege het tegendeel.
Het leven is een dialoog tussen twee tegengestelden
Het leven is niet monotoon. Het is niet logisch. Het leven is vol tegenspraak en onlogisch. Het leven opereert via het tegendeel. Het leven is niet bang voor het tegendeel. Het maakt juist gebruik van het tegendeel. Tegendelen lijken slechts elkaars tegendeel, in de diepte werken ze voor elkaar. Het leven is dialectisch, niet logisch. Het leven is een dialoog tussen twee tegengestelden- een voortdurende dialoog.
Daarom maken geliefden ruzie
Man en vrouw vormen de basis-tegenstelling en dan schept de uitdaging het verschijnsel liefde. Als jij en je geliefde zo volkomen één worden dat er geen overgang meer is van de een naar de ander, dan zijn jullie uit het dialectische proces gestapt. Je kunt alleen in dit leven bestaan zolang de eenheid niet totaal is. Je moet steeds weer van elkaar weggaan en weer tot elkaar komen. Daarom maken geliefden ruzie.
Weer, heen, weer
Die ruzie schept de dialectiek. Ze ruziën de godganselijke dag. Ze gaan ver van elkaar weg en worden elkaars vijand. Het betekent in feite dat ze elkaars tegenpolen zijn geworden; ze zijn zo ver mogelijk uit elkaar gegaan. De man gaat erover nadenken hoe hij zijn vrouw kan vermoorden en de vrouw gaat zich afvragen hoe ze van deze man kan afkomen. Ze zijn zo ver van elkaar verwijderd als maar mogelijk is. En ’s avonds gaan ze weer met elkaar naar bed, begint die aantrekkingskracht weer te werken.
Rond
Liedje van JP van der Meij gezongen door Ella Wonder en Bob Fosko
Het moment dat ze één zijn
Ze zien elkaar van zo’n grote afstand dat ze zich weer tot elkaar aangetrokken voelen. Dan zijn ze weer gewoon een man en een vrouw geworden, en niet meer elkaars geliefden. Ze zijn een man en een vrouw, vreemden van elkaar. En dan worden ze verliefd op elkaar. Komen weer tot elkaar. En vervolgens komt er weer een moment waarop ze even één zullen zijn, dat is hun geluk, dan zijn ze blij. Maar op het moment dat ze één zijn begint het proces van uit elkaar gaan weer.
Zonder tegenpolen is er geen leven
Precies op het moment dat de man en vrouw één zijn zullen ze, als ze ernaar kunnen kijken, zien dat ze alweer begonnen zijn zich af te scheiden. Precies op dat moment van de piek-ervaring begint er een ander proces, het proces van uit elkaar gaan, elkaars tegenpolen worden. En zo gaat het maar door -steeds weer, steeds opnieuw, tot elkaar komen en weer uit elkaar gaan. Zo gaat het- het leven vormt energie dankzij de tegenpolen. Zonder tegenpolen is er geen leven.
Als twee geliefden werkelijk ver-1-igen
Als twee geliefden werkelijk één worden, verdwijnen ze uit het leven. Dan zijn ze werkelijk bevrijd. Worden ze niet nogmaals geboren; dan is er geen leven meer in de toekomst. Als twee geliefden zo totaal één kunnen worden, dan wordt hun liefde de diepst mogelijke meditatie. Dan hebben ze bereikt wat Boeddha bereikte onder de Boddhiboom. Dan hebben ze bereikt wat Jezus bereikte aan het kruis. Dan hebben ze non-dualiteit bereikt. Dan kunnen ze niet meer bestaan.
“Then one by one the stars would all go out,
Then you and I would simply fly away“