IJmuider Courant 18 november 1967- Het begon allemaal in de dertiger jaren in Wijk aan Zee. In die tijd werd vakantie gemeengoed en was niet langer een privilege van de meer gegoeden. Men trok naar buiten en de kleine dorpskerkjes bleken zo’n aanwas dikwijls niet te kunnen opvangen. Hierbij kwam tevens naar voren dat de stedelingen zich in die plattelandskerkjes soms helemaal niet thuis voelden.
De stedelingen leefden meestal anders dan de dorpelingen
Ze leefden meestal op een andere manier dan de dorpelingen en deze keken maar al te dikwijls met een misprijzend oog naar de luchtige kledij van de gasten. In Wijk aan Zee begreep men dit. Het waren juist de gereformeerden, die zo vaak het etiketje opgeplakt krijgen van “niet meegaan met de moderne tijd”, die hier baanbrekend werk verrichtten.
Met tante Mina naar Wijk aan Zee, liedje uit 1910 van Michel de Cock
Vinylsingle, Sonnevanck, Wijk aan Zee, 1987. Uitgevoerd door Ber Commandeur, zang, ober-kellner van Hotel café Restaurant Sonnevanck te Wijk aan Zee en Lambertus Kisjes, piano, kok van hetzelfde etabllissement. Opgenomen door Jan-Paul van der Meij studio’s te Wijk aan Zee, mm.v. de ’taaie habitueetjes’ van café Sonnevanck.
De badplaats had zelf geen gereformeerde kerk
De badplaats had zelf geen gereformeerde kerk. Men moest op zondag naar Beverwijk. Uit de badgasten vormde zich een comité, dat tezamen met de gereformeerde kerk in Beverwijk, een badgastenkerk in het leven riep. Van het een kwam het ander. Ds. W. A. Wiersinga, de voorganger, deed door de week strandevangelisatie. Hij heeft experimenteel werk verricht, want uit dit simpele begin is de Bijbelkioskvereniging ontstaan.
Men ging bij het evangelisatie werk niet helemaal eerlijk te werk (chantage)
In de oorlog was er een terugval, maar daarna begon het evangelisatiewerk, zoals men het toen nog noemde, pas goed Juist die begintijd was moeilijk. Met de beste bedoelingen schoot men zijn doel voorbij omdat men, zoals ds. Kerssies het uitdrukt “niet helemaal eerlijk te werk ging”. Men was al zover, dat op de kampeerterreinen de kinderen werden bezig gehouden met spelletjes en verhaaltjes. Maar een voorwaarde was, dat zij eerst moesten luisteren naar een bijvelvertelling.
Nu ziet men in, dat dit niet juist was
Nu ziet men in, dat dit niet juist was. Sommige mensen werden huist kopschuw door deze methode. En verboden de kinderen naar de bijeenkomsten te gaan. Een tweede voorbeeld: er werd een gezellige puzzeltocht gehouden waaraan iedereen kon meedoen. Op een gegeven moment kwam men dan op een open plek in het bos, waar een muziekkorps geestelijke liederen liet horen en waar men eerst kon luisteren naar een stichtelijk woord. Daarna pas werd er weer verder gepuzzeld.
Het was afgelopen met het rondbrengen van traktaatjes langs tenten en caravans
Maar men zag bijtijds in, dat dit evenmin de juiste manier was om het evangelie te verkondigen. Langzamerhand kwam er verandering in de methodiek van het evangelisatiewerk. Het drong tot de geestelijke leiders door, dat evangelisatie niet alleen betekend “het woord verkondigen”, maar dat men dit ook kon doen door de daad, door een bepaalde houding ten opzichte van zijn medemens. Het was afgelopen met het rondbrengen van traktaatjes langs tenten en caravans. Men ging het over een andere boeg gooien. Uit het evangelisatiewerk groeide het kerkelijk recreatiewerk.
Niet de verdienste van de predikanten, het waren de vrouwenorganisaties en de diakenen
“Het zijn eigenlijk de vrouwenorganisaties en de diakenen geweest, die dit het eerst hebben ingezien. Het is niet de verdienste geweest van de predikanten en de ouderlingen, waarvan te velen vastgeroest zaten in de oude gewoonten”, zegt ds. Kerssies. De taak van de kerk is echter ook dienstverlening en hulp op allerlei gebied, ook op de kampeerterreinen. Men ging zich bezinnen op dit deel van het kerkelijk werk en men ontdekte een nog onontgonnen terrein.
Het krampachtige viel weg
Het krampachtige viel weg, de kerken pasten zich aan en verjongden zich. Opmerkelijk was het , dat mensen, die nooit of bijna nooit naar de kerk gingen toch wel een kerkdienst of dagsluiting willen bijwonen, als zij daarbij maar niet de drempel van een kerkgebouw behoeven de overschrijden. De kerk heeft haar taak begrepen en is nu tussen de mensen. Zij vraagt niet “wat ben je en wie ben je? ” voordat men mee mag doen.
IJmuider Courant 18 november 1967.
Het oorspronkelijke krantenbericht is hier terug te lezen met dank aan het Noordhollands archief.