Gewoonlijk leven we in een van te voren beschreven werkelijkheid. Een verhaal vol met aangeleerde oordelen. Je werkelijkheid is een verhaal óver de werkelijkheid. Het is goed om dat niet te vergeten. Gewoonlijk is er grote weerstand om een lekker lopend verhaal ingrijpend te veranderen. Hoe kon tóch het officiële verhaal over Tatasteel in korte tijd veranderen van ‘de schoonste staalfabriek, koploper op milieugebied, innovatief, circulair en groen’, tot: ‘de smerigste, technisch achterstallige, door de overheid gematst en gesponsorde en door de instanties nauwelijks gecontroleerde lekkende kankerfabriek’ , wat op zich ook weer een verhaal is over de werkelijkheid.

Het schone, verantwoorde, glimmende verhaal voerde jarenlang de boventoon en signalen die niet bij het verhaal pasten werden op een enkele uitzondering na succesvol gesmoord. Het bedrijf heeft alle essentiële instanties inclusief de medische ‘in de pocket’. Waar is het toch ‘misgegaan’?

Het eeuwfeest, opgetuigd als een litanie van trots, lijkt achteraf gezien een breekpunt. Kort erna was het de fabriek zelve die van zó veel slobberige zelfbevlekking begon te ‘kotsen’, met opvallende grafiet, roet- en zwavelwolken en pregnante geuremissies.

Verschil is er altijd tussen hetgeen er is en het verhaal erover. Werd het verschil tussen het verhaal en de beleefde, waarneembare wereld misschien te groot?

Wellicht is het lang geleden begonnen met dit liedje dat Harry Bannink en Willem Wilmink in 1991 schreven voor het tv programma Het Klokhuis. De kinderen die toen van het appeltje proefden en het Klokhuis lieten liggen zijn nu groot. Ze zijn ingenieur bij de omgevingsdienst of Dorpsraadlid, radioloog bij het plaatselijk ziekenhuis, ‘bezorgde moeder’, public Tata affairs medewerker of arbeider in de metaal:

Joost Prinsen – De Hel

“Ik heb medeleven voor de betrokkenen en voor degenen die het minst geliefd zijn, ik heb medeleven voor de chauffeur die het kind aanreed dat een bal achterna zat en ik heb medeleven voor de soldaat die er op uit gestuurd wordt om voor iemand anders de rekening te vereffenen, met degene die voor loon schadelijke technologie bestuurt, ieder verhaal heeft twee kanten, iedere munt twee gezichten, ik heb medeleven met allebei”.

De Hel

Kinderprogramma Het Klokhuis 1991
Componist: Harry Bannink
Tekst: Willem Wilmink
Zang: Joost Prinsen

Er was eens een arbeider in de metaal,
berucht om z’n dronk en z’n zeer grove taal.
Hij was katholiek maar sloeg zelden een kruis,
hij loochende dikwijls het koninklijk huis…

Hij stierf in de armen van een zoveelste vrouw,
en toen sprak de Satan: “Nu hebben wij jou!
Jij bent in de hel, en hoe vind je de hel?”
en de arbeider zei: “Het bevalt me hier wel”

“Die hel met z’n lekkende vlammen,
brengt mij geen moment in paniek.
Dat poken en stoken en roken en smoken,
dat is lang niet zo erg als een echte fabriek.”

De Satan zei kwaad: “Wat is dit voor een man,
ik pijnig de zondaar, zo hard als ik kan.
Ik stook me te pleuris, ik martel me klem,
maar ’t mag allemaal best wat harder van hem…”

Zo werd onze zondaar de hel uitgegooid,
en hij liep naar Petrus want je weet het maar nooit.
En Petrus riep uit: “Ik vergeef je meneer,
maar zing me dan eerst nog dat liedje een keer.”

Disclaimer