Mensen die rechter willen spelen hebben boeven nodig. Mensen die moreel beter dan een ander willen zijn hebben koekenbakkers en schavuiten nodig. Hun complete carrière is afhankelijk van mensen die doen wat niet mag. Medicijnfabrikanten hebben mensen nodig die het grootste deel van de dag zitten, snoepen, roken.
Vrijwilligers die bierblikken opruimen langs het fietspad van de Zeestraat hebben mensen nodig die blikken werpen. Mensen die het milieu willen redden kunnen dat niet zonder iets als Tatasteel. Mensen die geradicaliseerd zijn in het denken die hebben wappies nodig. Mensen die macht willen uitoefenen hebben een vijand, een zondebok nodig. Telkens komen ze tegelijkertijd op, telkens.
Tegendelen komen altijd gelijktijdig op. Expliciet zijn ze verschillend, impliciet zijn ze hetzelfde. Twee uitersten, hoe tegenstrijdig ook, vormen samen het geheel, het zijn twee aspecten van een en hetzelfde. En als jij voor het ene kiest, dan heb je ook voor het andere gekozen. Het andere is nu verborgen, verdrongen, gecanceld, gecensureerd, wat betekent verdringing? Het ene uiterste verkiezen boven het andere uiterste dat er deel van uitmaakt.
Als jij kromme dingen doet is dat niet omdat de maatschappij een bepaalde moraliteit volgt waar jij niet aan voldoet, kromme dingen doe je omdat er geen licht is in jouw interieur, het is enkel en alleen maar omdat je niet bewust bent.
Picasso zei over Marc Chagall: “hij is de enige kunstenaar die nog weet wat kleur is” en Chagall zei: “alle kleuren zijn de vriend van hun buren en de geliefde van hun tegengestelde”.
Namasté (ik groet het licht in u)