IK WIL GELUKKIG ZIJN.’
Wat als je eerst ‘IK’ weglaat, ‘ik’ is egoïsme
En wat als je dan ‘WIL’ weglaat, ‘willen’ is verlangen
Zie je dat er nu alleen maar GELUKKIG ZIJN overblijft?

De psychologie van het on(be)grijpbare onbewuste

Ap Dijksterhuis is een Nederlandse wetenschapper met als vakgebied de psychologie van het onbewuste. Hij is redacteur bij het tijdschrift Science, won diverse prijzen waaronder de E.C.A. van de American Psychological Association. Van zijn boek Het slimme onbewuste – denken met gevoel-, zijn in ons land 100.000 exemplaren verkocht. In goed te volgen Nederlandse bewoordingen beschrijft hij hoe de wetenschap zich verdiept in het op het tweede gezicht on(be)grijpbare onderwerp: het onbewuste.

Vanaf blz. 218 van zijn boek Op naar geluk – de psychologie van een fijn leven- gaat hij wat dieper in op de aard van het ‘ik’:

Het gevoel dat wij ‘ik’ noemen is een illusie. Er zit geen verborgen zelf of ego als een soort Minotaurus in het doolhof van het brein.

‘Ik’ kan wel doen wat ‘ik’ wil maar ‘ik’ kan niet willen wat ‘ik’ wil.

De grootste stap die je kunt zetten naar meer gemoedsrust is het veranderen van je relatie tot je eigen zan’ik’ende innerlijke stem.

Blij zijn we omdat we even geen nieuwe wensen hebben

Wij luisteren naar een stem van binnen die zich voordoet als ons ‘ik’, en die ‘ik’ toont zich in ons bewustzijn als een dwingeland. We willen telkens meer en we stellen steeds maar weer nieuwe doelen. De zeurende ik haalt ons telkens weg uit het nu, en verleidt ons om te denken over de toekomst. ‘Als ik nu die…. koop dan wordt ik daar zo blij van. En wanneer we ons doel bereiken zijn we daar even blij mee. Maar zijn we blij omdat we een nieuwe jas, een nieuwe tv of nieuwe schoenen hebben? Nee dat zijn we niet. Want laten we eerlijk zijn, als het daarom zou gaan, zouden we een week na onze laatste aanwinst ook nog blij zijn, en dat zijn we niet of in elk geval hoogst zelden.

We zijn blij omdat we even geen nieuwe wensen hebben. We zijn blij omdat de stem in ons hoofd die de illusie ophoudt dat zij ons ‘ik’ vertegenwoordigt zich tijdelijk koest houdt. Even worden we niet opgejaagd door een zanikende stem die zegt dat we nieuwe spullen moeten kopen.

Zelfs als je niets bijzonders aan het doen bent wordt je gedrag meestal begeleid door een niet-aflatende stroom commentaar van je innerlijke stem. De Nederlandse filosoof Paul Smit heeft een boekje geschreven met de titel Verlichting voor luie mensen. Hij vergelijkt daarin de dwingeland in ons hoofd met de twee oude mannetjes in het tv programma de Muppet show die overal commentaar op hebben.

De innerlijke stem gaat maar door met commentaar, net als Mart Smeets

De neurowetenschapper Victor Lamme maakt de vergelijking met Mart Smeets. De innerlijke stem reutelt maar door, heeft overal commentaar op en lijkt niet te stoppen. Die stem lukt het ook nog om ons te laten geloven dat het ons ik is. Maar is het niet vreemd dat wij ons zo sterk identificeren met die stem? Want we zijn juist zo blij en gelukkig op de momenten dat die stem even zijn kop houdt!

We bestaan niet uit beelden die op de spiegel verschijnen we zijn de spiegel zelf.

Het bewustzijn wordt wel eens vergeleken met een spiegel. Gedachten en gevoelens verschijnen in het bewustzijn zoals beelden worden weerkaatst in een spiegel. De spiegel zelf verandert niet en de beelden die er in weerkaatst worden hebben geen invloed op de spiegel zelf. Ze komen en gaan. Op dezelfde manier kun je ook naar je bewustzijn kijken. Je gedachten en gevoelens passeren slechts, ze blijven even, vaak maar een paar seconden, en verdwijnen dan weer. Ze hebben geen invloed op je bewustzijn. We zijn geneigd ons te identificeren met die gedachten maar daarmee misleiden we onszelf. We bestaan niet uit beelden die op de spiegel verschijnen. Wij zijn de spiegel zelf.

Dijksterhuis weet in zijn boeken beschrijvingen van wetenschappelijk onderzoek vloeiend af te wisselen met persoonlijke voorbeelden of met een Boeddhistische parabel (verhaaltje) zoals deze:

Het vierentachtigste probleem

‘Ik houd van het boerenleven,’ zegt de boer tegen de boeddha, ‘maar soms regent het te weinig en dan mislukt de oogst. Vorig jaar werd dat bijna onze dood. Andere keren regent het juist weer te veel, wat ook heel slecht is voor de oogst.’ De Boeddha luistert geduldig. ‘Ik ben getrouwd,’ zegt de man. ‘Ik heb een heel goede vrouw. Ik houd echt van haar. Maar soms kan ze zo tegen me zeuren, soms word ik zo moe van haar, en dan loopt de spanning hoog op en krijgen we ruzie.’

De Boeddha luistert zonder een woord te zeggen. ‘Ik heb ook kinderen,’ zegt de man. Leuke kinderen, dat wel, maar vaak doen ze net alsof ik niet besta, en soms…’
Zo praat de boer uitgebreid over zijn zorgen. Ten slotte is hij, eindelijk, uitgepraat. Vol spanning wacht hij op antwoord van de Boeddha. Hij kent de reputatie van de Boeddha en hoopt dat de Boeddha aan al zijn problemen een einde kan maken.

En dan zegt de Boeddha: ‘Ik kan je niet helpen.’ ‘Hoe bedoelt u dat?’ vraagt de boer verbaasd. ‘Iedereen heeft problemen,’ antwoordt de Boeddha. ‘We hebben allemaal drieëntachtig problemen. Drieëntachtig problemen waaraan we niets kunnen doen. Als je echt je best doet kun je er misschien één oplossen, maar zodra dat probleem verdwenen is, komt er direct weer een ander voor in de plaats. Alle mensen van wie je houdt zullen bijvoorbeeld op een gegeven moment uit je leven verdwijnen en ook jij zult op een gegeven moment doodgaan. Dit is een probleem, en jij noch wie dan ook kan daaraan iets doen, dus ik ook niet.’

De boer wordt woedend. ‘En ik dacht nog wel dat u zo’n groot leraar was!’ roept hij. ‘ Ik dacht nog wel dat u zou kunnen helpen! Wat heb je aan die leer van u? Niets, helemaal niets!’
De Boeddha antwoordt rustig: ‘ Misschien is die leer wel goed voor het oplossen van het vierentachtigste probleem.’

‘Het vierentachtigste probleem? ‘vraagt de boer verbaasd. ‘Wat is het vierentachtigste probleem? ‘
De Boeddha antwoordde: ‘Dat je helemaal geen problemen wilt hebben.’

The Illusion of Money, Time and Ego ~Alan Watts


Aanverwante artikelen op deze website:

Ego

Disclaimer