Het verhaal gaat dat Lao Tse oud geboren werd, op z’n vierentachtigste- vierentachtig jaar bleef hij in de baarmoeder van zijn moeder. Het is een prachtig verhaal ook al klinkt het absurd en ongeloofwaardig. Het wil iets vertellen, het is veelbetekenend. Het wil zeggen dat hij vanaf zijn jeugd iets van een oude man had, zo wijs dat hij geen kind kon zijn.
Hij moet wel uitermate wakker zijn geweest
Het zegt iets, Het is symbolisch bedoeld, bij wijze van spreken. Het betekent dat hij als kind over de wijsheid beschikte die eigenlijk bij iemand van vierentachtig hoort, Hij moet wel uitermate wakker zijn geweest.
Als je heel waakzaam bent dan kun je heel veel leren van een enkele ervaring, Zo niet, dan verval je – – mét alle kennis die je hebt, telkens in herhalingen. Steeds slimmere-, steeds knappere-, steeds ingewikkeldere herhalingen.
In de natuur wordt iets heel zachts door iets heel hards beschermd
Een wijze lijkt op ruw, onbewerkt hout doordat zijn beschaving en verfijning diepgaand zijn en diep zitten. De ruwheid is iets van de buitenkant, alleen aan de buitenkant kun je die voelen. Je zult in de natuur altijd merken dat iets heel zachts door iets heel hards beschermd wordt. Een zaadje heeft een beschermende harde bolster om zich heen. Het zaad is heel zacht, dat moet wel want daar komt het leven uit voort, daaruit ontkiemt het leven- maar het is omgeven door een harde bolster. Zo werkt de natuur nu eenmaal.
In de mens is het andersom: van buiten zacht van binnen hard
In de mens zul je juist het tegenovergestelde ontdekken: van buiten zacht, van binnen bikkelhard. De bolster is zacht, het zaad is hard. Dat is tegennatuurlijk, want als je niet hard kunt zijn van buiten, dan kunt niet zacht zijn van binnen. Innerlijke zachtheid moet beschermd worden door hardheid. Het dient als bescherming. Maar bij de mens is het tegenovergestelde het geval. Dat is decorum, theater, huichelarij- van buiten zacht, zo zacht als boter, en van binnen hard; hoe beter- dieper je iemand leert kennen hoe harder die blijkt te zijn. Verdraaid, vervormd, vals. Ieder mens leert van jongs af aan om in situaties gepast gedrag op te voeren, dat is je opvoeding, culturele conditionering. Dit is hoe je ego ontstaat. Dit is noodzakelijk om het soort maatschappij die we nu kennen in stand te houden.
Een wijze is anders dan een beschaafd mens
En zo zijn keurige burgers, die fatsoenlijke mensen, die zogenaamd beschaafde, mensen boterzacht van buiten, bikkelhard van binnen. Dat is alleen mogelijk omdat de mens zich anders voordoet dan hij is, een rol aanneemt en geen enkel ander levend wezen is daartoe in staat.
Een wijze is opnieuw één geworden met de natuur, alle tegennatuurlijkheden zijn uit zo iemand verdwenen. Van buiten is die ruw, van binnen zacht. Met een wijze moet je geduld hebben- je wilt zo iemand ontlopen want vaak zul je het gevoel hebben dat zijn hardheid je iets zal aandoen.
Volmaakt zacht
Als je om troost bent gekomen, dan zal hij je blijven schokken, in de war brengen, als je voor liefde bent gekomen, dan zal hij je geen blik waardig keuren en schenkt hij geen enkele aandacht aan je. Als je voor medeleven bent gekomen, dan zal hij je heel hard aanpakken zodat je er vandoor wilt gaan. Maar zo is een wijze altijd omdat hij natuurlijk is en de natuur heeft zo haar eigen wijze: van binnen zacht van buiten hard. Bekijk de schors van een boom maar eens goed. Zo hard van buiten maar naar binnen toe worden de lagen steeds zachter, precies in de kern, waar het leven is, is het volmaakt zacht. Dat leven moet beschermd worden.
Altijd hetzelfde, altijd nieuw, altijd fris en altijd oud
In het Oosten is de wijze het middelpunt van het leven, niet de wetenschapper. Kennis neemt toe, verandert, is voortdurend in beweging- wijsheid is eeuwig en altijd hetzelfde. Wijsheid is onveranderlijk zoals de lucht: jaargetijden wisselen elkaar af, nu eens is het winter, dan is het zomer, nu regent het en straks is de regen weer voorbij, bomen groeien en sterven af. Generaties komen en gaan, het levensdrama blijft in beweging maar de lucht blijft zoals zij is, eeuwig hetzelfde, altijd nieuw, altijd fris en altijd oud.
Wijsheid is als de lucht. Kennis kan via universiteiten, instituten en scholen overgedragen worden, maar wijsheid niet, wijsheid kan nergens worden onderwezen. Wijsheid is heel subtiel, niet iets waar je rechtstreeks op kunt afstevenen.
Kinderen kunnen je veel meer vertellen
Kinderen kunnen je veel meer vertellen. Ze hebben het gevoel dat jij niet zoveel weet, dat je een analfabeet bent. Ieder kind in het Westen heeft het gevoel dat zijn of haar ouders analfabeten zijn. Er is momenteel weinig eerbied of respect. En dat gebeurt als wetenschappers de objectieve wereld beheersen, dat gebeurt als wetenschappers het maatschappijbeeld beheersen. Kennis groeit en verandert met de dag. En natuurlijk zijn kinderen moderner dan hun ouders. Dat spreekt vanzelf, ze zijn van deze tijd.
Uitermate wakker
Als je heel waakzaam bent dan kun je heel veel leren van een enkele ervaring, Zo niet, dan verval je – – mét alle kennis die je hebt, telkens in herhalingen. Steeds slimmere-, steeds knappere-, steeds ingewikkeldere herhalingen.
Vernieuwd Coornhert-lied uit 1603 ‘Van Het Kind’
Lied van Dirck Volkertsz. Coornhert uit het jaar 1603 Bewerking van de tekst en melodie: Ab Winkel. Zang en gitaar: André Uitgeest, zang en gitaar: Ab Winkel, zang en overige instrumenten: JP in Badgastenkerkje Wijk aan Zee.
Hoe de wereld zich niet laat beteugelen door wetenschap en liefde
In 1550 maakte Coornhert gravures (spotprenten) naar ontwerp van Maarten van Heemskerck met de titel: “Hoe de wereld zich niet laat beteugelen door wetenschap en liefde’. Op de eerste prent zijn wetenschap en liefde nog optimistisch hoe zij de wereld in bedwang kunnen houden. Op de vierde ets storten wereld, liefde en wetenschap samen de afgrond in.
Tentoonstelling politieke prenten in de Grote Kerk Beverwijk