Wanneer we even ophouden met swipen, liken, oordelen en praten, wanneer we stil worden en luisteren naar de klank van de gong, dan kan het zijn dat je op enig moment – soms al na enkele minuten, het gevoel krijgt dat je in de gong gezogen wordt, “alsof ik in het geluid verdwijn.”

Heel heel

Een golfje is een golfje en een golfje is oceaan. Oceaan worden kan heel prettig voelen, heel ruim, heel vrij, heel heel. Er kan ook schrik opkomen en weerstand, juist op het moment dat ‘ik’ oplost, samenvalt. De ervaring is net zo bijzonder als natuurlijk en gewoon. HET kan alleen gebeuren als je het niet probeert. Het is niet iets wat je kunt doen, je kunt het niet behalen; golfje was immers altijd al oceaan. Terugfloepen in wat je eigenlijk bent kan alleen maar vanzelf.

Gong-ervaring

Dit ontwaken is een beetje te vergelijken met het moment waarop je in slaap valt. Vallen is een mooie omschrijving, want slapen is ook niet iets waar je moeite voor moet doen. Dan gebeurt het juist niet. Probeer je maar eens een Olympisch tournooi Snel-slapen, Diep-slapen, Lang-slapen voor te stellen, stel je voor dat mensen dit gaan proberen, hoe zou dat praktisch gezien kunnen verlopen? En stel je de scheidsrechters hierbij voor en het commentaar van de verslaggever…

Het is overgave, zegening, dankbaarheid. Het zal je toevallen wanneer jij je er niet mee bemoeit, wanneer je het overlaat aan zichzelf. Na een sessie kunnen mensen hun gong-ervaring omschrijven als: vol van niets-heid een enorme ruimte, het heelal, eeuwigheid, een oceaan, zeeën en zeeën van tijd.

Al eeuwenlang onderwerp van gesprek: niets-heid

Het begrip nietsheid is onderwerp van gesprek in de filosofie tenminste al vanaf 500 jaar v.C. Misschien gebruik jij ook weleens de woorden: “dit gesprek gaat helemaal nergens over.” 
Wij komen uit nietsheid en we gaan er weer in terug. De ziel is de nietsheid. De ziel is de nietsheid. Het lichaam is iets, de ziel is niets. Het lichaam is gevuld, de ziel is leegte.

“Je ziet jezelf zoals ik echt ben.”

The Real Me ~The Who

Pete Townshend van The Who: “Jezelf verliezen, in een soort egoloos… waarschijnlijk is het bijna zoiets als een meditatieve ervaring. Wanneer de muziek zó goed wordt en het publiek is zo relaxed en vrij en happy en aan het dansen, dat iedereen voor een seconde volledig vergeet wie ze zijn en waar ze zijn, ze weten gewoon dat ze gelukkig zijn en nu is nu en het leven is prachtig.” Can you see the real me, doctor, doctor? Can you see the real me, mother, mother?

Poliklinische Egologie? Er is geen krankenhuis voor het meest gekrenkte

Er is dus helemaal geen denker van de gedachten, er is geen voeler van de gevoelens. Men heeft geprobeerd om wetenschappelijk aan te tonen dat ‘ik’ bestaat en te zoeken waar ‘ik’ dan is gesitueerd. Dit heeft geen enkel concreet resultaat opgeleverd. Er is in geen enkel krankenhuis dan ook een afdeling voor het meest gekrenkte te vinden, noppes, nada, niente – een polikliniek Egologie is er gewoon niet. Waarom niet? Omdat het ego niet te vinden is. Het ik bestaat alleen als een denkbeeldig iets, als een fictie.

Een plek voor je ego, waar dan?

Dit is waarom het lichaam vorm heeft en de ziel vormloos is, maar alleen al het woord ‘niets-heid’ maakt je ongemakkelijk en bang. De ziel – niets? Maar waar is er dan een plek voor je ik-besef, je ego? Dan blijft er geen voet aan de grond over, zonder inhoud bestaat het ego als een fata morgana, een optische illusie. Als je naar binnen keert dan zul je steeds meer zien dat daar niets-heid is, uitgestrekte ruimte.

Die nietsheid ontmoeten, die nietsheid zijn

Als je naar binnen keert zal je er niemand ontmoeten, wat je er ook niet zult vinden is het ding genaamd atma, het zelf, het ik, nee. Dat zijn gewoon andere benamingen voor het ego – religieuze benamingen, spirituele namen, maar namen voor het ego. Je zal daar niemand aantreffen. Niemand is daar en dat is de schoonheid ervan. Wanneer je die nietsheid ontmoet dan wordt je absoluut, volkomen stil, je wordt die nietsheid.

Controleur ?

Door in te zien dat je je geest niet kunt controleren realiseer je je ook dat er helemaal geen controleur ‘in jezelf’ is. Wat jij aanzag voor ‘de denker van de gedachten’ dat is gewoon een van de gedachten. Wat jij aanzag voor ‘de voeler van de gevoelens’ , is gewoon een van de gevoelens. Waar jij van dacht dat het de ‘ervaarder van de ervaringen’ was, is gewoon een deel van de ervaring.

Daar zit de angst om naar binnen te keren

Dat is… daar zit de angst om naar binnen te keren, dat is waarom je naar buiten en buiten en buiten gaat. Er op uit, uit, uitgaat. Je gaat op de verste reizen, maar je gaat nooit op de dichtstbijzijnde reis.

Van Amsterdam naar Brussel, van Brussel naar Barcelona naar Bangkok, van Bangkok naar Sydney van Sydney naar Johannesburg, van Johannesburg naar naar New York, je gaat de wereld rond, maar je gaat niet naar binnen.. En dat is: het dichtstbijzijnde strand en de dichtstbijzijnde heuvel en het dichtstbijzijnde bos en het dichtstbijzijnde kerkje. Maar daar ga je nooit heen want als je daar heen gaat dan wordt je bang. Het is als de dood. Je gaat dood daar.

Naar binnen gaan

Je ik-besef gaat als het ware dood, als je het zo wilt noemen. Je vraagt over zelfmoord? Ga naar binnen en de ‘zelfdoding’ zal gebeuren zonder dat je die pleegt. Ga gewoon naar binnen en je zal daar jezelf niet vinden, je verdwijnt, je verdampt. En in die afwezigheid is alles aanwezig. In die afwezigheid is het geheel.

I’ve never Been To Me ~ Charlene

“I’ve been to paradise but I’ve never been to me”.
Verguisd en geliefd liedje van Ron Miller en Kenneth Hirsch, gezongen door de Amerikaanse zangeres Charlene. Uitgebracht in 1977 en werd pas een wereldhit toen het een paar jaar later opnieuw werd uitgebracht.
Een Nederlandse verslaggever stelde de zangeres in 2018 de vraag: “Je hebt dit nummer nu zo vaak gezongen, heb je jezelf nu eindelijk gevonden – did you find your me”? Het antwoord van Charlene: “Nog steeds zoekende… nee… ik ben nog steeds op zoek.”

Aanverwante artikelen op deze website

Disclaimer