Voor tantra bestaat er geen verschil tussen dit en dat. Eigenlijk is tantra alleen geïnteresseerd in het hier en nu. Dit is dit wil zeggen: het gene wat hier-en-nu-is. Dat ligt een beetje verder weg. Voor tantra bestaat niet het verschil dit is het mondaine, het materiële, en dat is bewustzijn, het spirituele. Tantra maakt geen onderscheid tussen dit, het lagere en dat, het hogere. Dit betekent het gene wat je kunt zien, aanraken, kennen en dat betekent het onzichtbare, dat je niet kunt zien en niet kunt aanraken maar alleen kunt afleiden.

Tantra zegt: dit is dit en dat ligt erin besloten. maar de nadruk op dit is prachtig. Het wil zeggen: Hier-en-nu, dit alles, is alles wat er is. Daar zit alles in, er is niets buitengesloten. Het nabije, het intieme, het gewone is alles wat er is.

Het komt heel zelden voor dat iemand gewoon is

Er bestaat een heel bekend gezegde in de zenmystiek: als je heel gewoon kunt worden, ben je buitengewoon. Alleen iemand die zich op z’n gemak voelt met zijn eigen gewoon-zijn, is buitengewoon. Want iedereen snakt ernaar buitengewoon te zijn, dus is het verlangen om buitengewoon te zijn heel gewoon. Voor iedereen, er is geen mens die niet op de een of andere manier buitengewoon probeert te zijn, maakt dat verlangen, die begeerte om buitengewoon te zijn een fundamenteel deel uit van de doorsnee menselijke geest. Zenmeesters zeggen: “Gewoon zijn is het meest buitengewone ter wereld. Alleen maar gewoon zijn, het is zeldzaam. Het komt heel zelden voor dat iemand gewoon is.

Een Japanse keizer was op zoek naar een meester…

dus ging hij van de ene leraar naar de andere, maar niemand gaf hem voldoening want een oude man had gezegd dat de ware meester heel gewoon zou zijn. Hij bleef zoeken, maar hij kon niemand vinden die gewoon was. Hij kwam terug bij de oude man die juist op sterven lag en hij zei: “U hebt me in grote moeilijkheden gebracht. U omschreef de Meester als een gewoon, eenvoudig mens en dat is mijn probleem. Ik heb het hele land afgezocht maar niemand voldoet. Geef me een hint hoe ik de Meester kan vinden.”

De stervende man zei: “U hebt op de verkeerde plaatsen gezocht. Op de verkeerde plaatsen! U bent naar mensen toegegaan die op de een of andere manier buitengewoon zijn en daarin probeert u dan het gewone te vinden. Zoek het in het dagelijks leven. In feite bent u nog steeds op zoek naar het buitengewone. U beschrijft hem als gewoon maar u zoekt nog steeds naar het buitengewone. De definitie van het woord is veranderd. U noemt hem nu heel gewoon, maar zeldzaam, een uitzondering. U bent nog steeds op die manier aan het zoeken. Hou daarmee op en dan komt het moment dat u niet meer op die manier zoekt- dan bent u klaar en zal de meester tot u komen.”

Toen de keizer de volgende ochtend stilzat en probeerde te begrijpen wat de oude man gezegd had, voelde hij dat de man gelijk had. Het verlangen ebde weg. Er kwam een bedelaar aan – dat was de Meester. Die bedelaar had hij zijn leven lang gekend. Hij kende hem al zolang hij leefde, want hij kwam dagelijks naar het paleis. De keizer vroeg: “Hoe komt het dat ik u niet eerder herkend heb?” De bedelaar antwoordde: “Omdat u naar iets buitengewoons zocht. Ik was hier maar u zocht daar. U liep me voortdurend mis.”


Je denkt dat je al kent wat dichtbij je is dus zoek je het ver van je bed

Tantra zegt dit, niet dat. Dit is het meest tantrisch- dit, hier-en-nu, het meest intieme. Je vrouw, je man, dit, je vriend, de bedelaar kan de Meester zijn . maar jij kijkt niet naar dit, jij kijkt naar dat, daar, ergens in de wolken. Je kunt die zijns-hoedanigheid niet eens voorstellen; je kunt het je niet voorstellen omdat je denkt dat je al kent wat dichtbij je is en je zoekt het dus ver van je bed. Je hebt het gevoel dat je dit al kent, dus zoek je alleen nog maar dat. Zo is het niet. Je kent dit niet, je weet niet van wat je nabij is. Hetgeen dichtbij is, is je net zo onbekend als hetgeen ver weg is.

Hee kijk nou eens om je heen

Kijk eens om je heen. Hee, kijk nou eens om je heen. Je kent niemand. Je hebt geen enkele kennis omtrent wie of wat dan ook. Ken je die boom waar je elke dat langs loopt? Ken je je vrienden met wie je je hele leven hebt doorgebracht? Ken je jezelf, die toch het dichtste bij je is? Ken je je lichaam, je adem die voortdurend komt en gaat? Ken je die? Niets is je bekend. Zelfs dit is je niet bekend, waarom snak je dan naar dat? Volgens deze techniek zal dat automatisch bekend worden als dit bekend is, want dit omvat dat. Hetgeen veraf is verbergt zich in het nabije, in het intieme.

Denken bevalt je want het doet je niets en dan blijf je dezelfde

Maar de menselijke geest hunkert naar hetgeen ver weg is. Dat is een vlucht. Het is een vlucht als je denkt over wat ver weg is, want dan kun je tot in eeuwigheid blijven doorgaan met denken en hetgeen dat leeft, dit, blijven uitstellen, want dit is het leven. Als je erover denkt en je erop bezint, dan zul je jezelf moeten veranderen. De menselijke geest wil wel denken, maar nooit iets doen. Denken is goed, het bevalt je want dan blijf je dezelfde. Als je denkt over de dingen die ver van je afstaan , als je op afstand zit te denken, dan hoef je niet te veranderen.

Het is een truc om niet te hoeven veranderen

Het Brahma, het absolute kan jou niet veranderen, maar als je naar je buurman, je vriend, je vrouw, je man kijkt, dan zul je moeten veranderen. En het is een truc om niet naar ze te kijken, een truc om niet te hoeven veranderen. Je kijkt naar dat om dit te vergeten- en dit is het leven en dat is een droom. Je kunt over god nadenken want dat denken heeft geen kracht, het doet je niets. Je kunt nadenken over god zolang je wilt en je blijft dezelfde. Het is een truc om dezelfde te blijven.

Ga niet ver weg het goddelijke is hier, nu, vlakbij je

Als je je verdiept, verdiept in je vrouw, of in je kind, als je diep kijkt in datgene wat het dichtste bij je staat, dan kún je niet dezelfde blijven- er moet een daad uit volgen. Tantra zegt: “Ga niet ver weg. Het goddelijke is hier, nu, vlakbij je. Sta open, kijk naar dit en dat zorgt wel voor zichzelf.
R.

Kenny Rogers – You picked a fine time to leave me Lucille

Liedje geschreven door Roger Bowling and Hal Bynum, het was de eerste grote solo-hit van Kenny Rogers in 1977.

Aanverwante artikelen op deze website