WIJK AAN ZEE – Benno Graas, die samen met zijn vrouw op een oldtimer motorfiets letterlijk alle continenten doorkruist gaf een paar jaar terug een interessante lezing in het Badgastenkerkje over zijn boek ‘Poreus Staal’. Een bundeling verhalen – nee niet over Tatasteel maar over ongelooflijke samenlopen en toevalligheden in Benno’s leven. Toevalligheden die hij op reis beleefde in woestijn, gebergte of remote steden in verre landen, maar net zo goed ook gewoon thuis in de Zaan en Kennemerland.
Synchroniciteiten, wendingen, gerijmdheden
Hij ging ze verzamelen, opschrijven. Ontmoetingen, samenvallende gebeurtenissen, synchroniciteiten, wendingen, gerijmdheden die zo onwaarschijnlijk lijken dat je gaat denken: hoe is zoiets mogelijk? Hoe bestaat dit? Zo vertelde hij dat ze onderweg in Afrika op een zeer afgelegen plek waren (nog véél afgelegener dan bijvoorbeeld West-Knollendam), ver van steden en toeristenoorden midden in de rimboe. Op dat moment waren daar behalve Benno en zijn vrouw nog een paar mensen, ook uit Nederland. En als het gesprek over iets anders was gegaan dan waren zij dit niet eens komen te weten, maar op een gegeven moment kwam naar voren dat beide stellen, wanneer ze vandaag niet in Afrika waren, maar thuis in Holland, ze dan allemaal ook bij elkaar zouden zijn, namelijk op hetzelfde feestje in Zaandijk!
Talent voor Toeval
Benno schreef een compleet boek vol met grote en kleinere toevalligheden die hem toevielen. Als je zoveel toevalligheden meemaakt als hij dan heb je misschien wel Talent voor Toeval. En Talent voor Toeval is de spitsvondige naam van de theatervoorstelling van Ralph Rousseau, die hij als try out ook in het Badgastenkerkje opvoerde. Natuurlijk zijn er ook mensen die zeggen: toeval bestaat niet en toeval mag niet. Toeval of geen toeval, het zijn eigenlijk maar namen en omschrijvingen die wij plakken op dingen die gewoon plaatsvinden. Maakt het iets uit hoe je het noemt? Verandert de benaming die je eraan geeft iets aan het verschijnsel dat je ervaart?
December 2024
In de studio ben ik een heel eind op dreef met de reconstructie van het nummer Crying in the Rain van the Everly Brothers. Door goed luisteren heb ik geprobeerd alle individuele instrumenten te onderscheiden en ze vervolgens één voor één in te spelen: akoestische gitaar met nylon snaren, akoestische gitaar met stalen snaren, piano, bas, drums, diverse elektrische gitaren. Maar éen dingetje ontbreekt er nog, dat is een metalen percussie geluid dat opduikt in ‘de brug’ van het nummer.
Opeens valt mijn oog op de groene tamboerijn
In mijn digitale bibliotheek denk ik zo’n soort geluid wel te kunnen vinden. Maar in geen van de geheugenbanken en synthesizers zit iets wat bevalt. Dan opeens valt mijn oog op de groene tamboerijn die al een paar maanden op een tafeltje naast mijn buro ligt.. Ik heb de tamboerijn gekregen van Margot Hij behoorde toe haar man Ben die is overleden in 2009. Goed, ik ben maandagavond dus in de studio en oefen even naar de juiste manier van spelen en ja, daar klinkt de gewenste sound. Ik plaats er een microfoon bij, zet de recorder aan en tik het ritme. Okee, ja, is goed zo!
Crying in the Rain, een prachtig nummer, ken je het?
Even later heb ik Inge aan de telefoon, Ben was haar zwager en zij weet dat haar zus Ben’s tamboerijn aan mij heeft gegeven. Ik vertel haar dat ik dankbaar gebruik heb gemaakt van de groene tamboerijn, dat het de missing link was in mijn opname van Crying in the Rain. “Een prachtig nummer”, zeg ik, “ken je het?” Even blijft het stil aan de andere kan van de lijn en dan zegt zij: “Ben speelde dat altijd op zijn gitaar. We hebben het ook afgespeeld bij zijn uitvaart, het was zijn favoriete nummer.”
x JP
Crying in the Rain – The Everly Brothers
Carole King en Howard Greenfield schreven dit liedje tijdens hun enige compositorische samenwerking en Don en Phil Everly vervolmaakten de harmonieën en kopten hem in.