Ja, welk pad kunnen we volgen? ‘Goed’ kan niet worden gedefinieerd – kan niet bestaan – bij het ontbreken van kwaad. Waarde kan niet bestaan bij het ontbreken van polariteit. Dus wil de wereld de moeite waard zijn (bij de keus tussen twee dingen en echte keus bieden) dan moeten goed én kwaad bestaan. Maar dan zou het mogelijk zijn alleen het goed te kiezen, in het ideale geval tenminste – en dan zou het kwaad niet bestaan, behalve in potentie. Het lijkt er dus op dat de wereld waardevol kan zijn als het kwaad alleen in potentie bestond – dus als iedereen er voor koos juist te handelen. Wat me de meest optimistische gedachte lijkt waarop ik ooit ben gestuit.
Maar hoe kunnen we een eind maken aan onze fouten? Welk pad kunnen we volgen om onze verblinding en domheid te elimineren, om ons dichter bij het licht te brengen? Jezus zei: “Wees daarom volmaakt, zoals jullie vader in de hemel volmaakt is.” Maar hoe? Zoals altijd lijken we te worden gedwarsboomd door de ironische vraag van Pontius Pilatus: “Wat is waarheid.”
Goed, zelfs als we niet precies weten wat de waarheid is, kunnen wij, wij allemaal, beslist vertellen wat waarheid niet is. Het is niet inhaligheid en het verlangen, boven al het andere, naar voortdurend materieel gewin. Het is niet ontkenning van ervaring die naar we heel goed weten echt is, en het toebrengen van lijden omwille van het lijden. Misschien is het mogelijk te stoppen deze dingen te doen waarvan we , zeer zeker, weten dat ze verkeerd zijn – ons eerlijk en met zelfdiscipline te gaan gedragen – en zo veel beter de aard van het werkelijk goede te kunnen zien.
Het is moeilijker om jezelf te leiden dan een stad te leiden, daarom blijven we proberen de stad te leiden
De waarheid lijkt pijnlijk simpel – zo simpel dat het een soort wonder is dat de waarheid ooit kan worden vergeten. Heb je God lief, met heel je geest en met al je handelingen en heel je hart. Dit houdt in: dien de waarheid boven al het andere en bejegen je medemens alsof hij jouzelf is – niet met medelijden dat zijn zelfrespect ondermijnt en niet met de rechtvaardigheid die jou boven hem verheft, maar als een godheid, zwaar belast, die toch het licht kan zien.
Men zegt wel dat het moeilijker is om jezelf te leiden dan een stad te leiden, en dit is geen beeldspraak. Dit is waar, zo letterlijk als maar kan. En nu net daarom blijven we proberen de stad te leiden. Het is verwrongen hoogmoed om te stoppen met in het openbaar te bidden en in plaats daarvan het stof van onder onze voeten te verwijderen. Het lijkt te banaal om de mensen met wie we werkelijk te maken krijgen met respect en waardigheid te behandelen, terwijl we intussen op straat actief kunnen zijn.
Misschien is het belangrijker ons karakter te versterken dan de wereld te repareren
Misschien is het belangrijker ons karakter te versterken dan de wereld te repareren. Een groot deel van die reparatie lijkt toch al egoïsme, is egoïsme en intellectuele hoogmoed die zich voordoen als liefde, om een wereld te scheppen die vervuild is met goede werken die niet werken. Wie kan geloven dat het de kleine keuzes zijn die we maken, iedere dag, tussen goed en kwaad, waardoor de wereld eraan gaat en hoop in wanhoop omslaat? Toch is het zo. We zien ons immense vermogen tot het kwaad, voortdurend voor ons waargemaakt, in grote en in kleine dingen, maar kunnen blijkbaar nooit ons oneindige vermogen voor het goede onderkennen. Wie kan tegen een Solzjenitsyn in gaan wanneer hij zegt: “Eén man die stopt met liegen kan een tirannie neerhalen” ?
‘Het hemelse koninkrijk ligt uitgespreid over de aarde, maar de mensen zien het niet’ in de woorden van Jezus. Stel dat alleen ons zelfbedrog, onze lafheid, onze haat en angst onze ervaringen vervuilen en van de wereld een hel maken? Dit is in ieder geval een hypothese – net zo goed als enige andere hypothese bewonderenswaardig en in staat hoop te genereren. Waarom kunnen we het experiment niet uitvoeren om te achterhalen of het klopt?
J.B.P.