Vandaag gemixt in de studio : een nieuw lied van Winkel & van der Meij Met dank aan de mensen op de kofferbakmarkt en op het plein in Wijk aan Zee voor hun spontane medewerking vanmiddag aan onze videoclip. Dankbaarheid ook aan de gemeente Beverwijk voor de stromende watertafel, PWN voor het schone water en bedankt ook Toiletnet.
Hoor het water ruisen. luister naar het bruisen!
Tekst, muziek, produktie: Winkel & van der Meij. Ab Winkel: zang, akoestische – en elektrische gitaar, Jan-Paul van der Meij: zang, en overige instrumenten, special guest: Saskia Dommisse: bongo’s
Er stond een Duitser aan de deur van ome Toon
Het was oorlogstijd en niets was ongewoon
Toon was als timmerman de top
Hij sloeg de spijkers op hun kop
Er stond een Duitser aan de deur bij ome Toon
De Biasi was soldaat in een ander land
Hij had zijn orgel meegenomen uit Duitsland
Zelfs midden in het spergebied
Kon hij niet buiten zijn muziek
In zijn bunker in de duinen bij het strand
De timmerman en de soldaat
Muzikanten, muziekanten
De timmerman en de soldaat
Muziekanten aaaa
Het orgel was gevallen en kapot
De deur van de werkplaats ging van ’t slot
Ze gingen samen aan de slag
Een aan het einde van de dag
Klonk een loflied op het orgel voor hun god
De timmerman en de soldaat
Muzikanten, muzikanten
De timmerman en de soldaat
Muzikanten aaaa
Antoon van der Meij (1899-1974) was een oom van mijn vader Ber (1921-1996) Antoon had in zijn huis een orgel staan, waar hij mijn vader toen hij nog jong was wat op leerde spelen. Maar bij mijn vader thuis was geen geld of plek of tijd voor een orgel dus bij die basislessen bleef het toen. Pas jaren later in de sixties kwam er op een dag een elektrisch orgeltje van het merk Eminent in onze huiskamer en pakte mijn vader het spelen weer op. Hij speelde van bladmuziek via de Klavarscribo methode.
Antoon was timmerman, hij had een werkplaats aan de Tappenbeckstraat in Wijk aan Zee, die mijn vader eind jaren 60 van Antoon overnam. Ik herinner me de de indrukwekkende machines en hoeveel lawaai die maakten. Als hij lange planken zaagde dan schoven die naar buiten door een luikje.
Onlangs dook de foto hiernaast op. Die moet tussen de spulletjes hebben gezeten die mijn vader van Antoon erfde. Op de achterkant van de foto is een Duitse tekst geschreven: “Zur erinnerung und als kleinen dank für die hilfe und das gehause fur dieses instrument fertig zu stellen.”
Mijn oudoom heeft dus tijdens W.O. 2 samen met een Duitser die Adolf de Biasi heette, een luchtorgeltje gebouwd of van nieuwe behuizing voorzien. Mensen vermeldden destijds vaak hun beroep en zo is op de kaart te lezen dat Adolf hauptlehrer – hoofdonderwijzer is. Ik neem aan dat de Biasi als militair in Wijk aan Zee is terechtgekomen. Dat het maken van dit houten orgeltje niet alleen maar een routineklus was blijkt wel uit de fotosessie bij een officiële fotografe en de tekst op de achterzijde.
Cantate domino tanticum novum
Vriendelijke, plezierige daden of gebeurtenissen worden meestal niet gezien als belangrijk genoeg om aan te herinneren. Zolang onze fascinatie voor de harde realiteit groter is dan onze fascinatie voor de zachte realiteit bestaat ons cultuurhistorische erfgoed voornamelijk uit objecten die herinneren aan oorlog, veldslagen, geweld: krijgshaftige standbeelden, kastelen, forten, stellingen, linies, lunetten, bunkers, deels gerestaureerde concentratiekampen.
Het is een negatieve benadering onder het paradoxale motto: niet vergeten wat we nooit meer willen. Cantate domino tanticum novum, de uit het hout gesneden tekst van het orgeltje betekent als ik het goed vertaal zoiets als: zing eens iets nieuws voor de heer. Hoe vernieuwend is het als twee ´vijanden´ in oorlogstijd in het spergebied besluiten zich te wijden aan het bouwen van een muziekinstrument?
De Biasi nam het orgeltje blijkbaar mee naar huis in Hondingen Zuid Duitsland. Hij liet het fotograferen door Carola Erh geb. Zapte, “lichtbildmeisterin” gevestigd in (als ik de vage stempel goed lees:) de plaats Geissingen en hij stuurde deze foto in 1944 naar Antoon. Of de Adolf en Antoon elkaar na de oorlog nog eens ontmoet hebben is onbekend. Tot in de jaren 60 kwamen veel Duitsers waaronder ook ex militairen op vakantie naar de Hollandse kust. Dat het orgelproject voor de Biasi bijzonder moet zijn geweest blijkt wel uit de foto met tekst. En mijn oudoom Antoon, die heeft de foto dus altijd bewaard.
A. de Biasi verbleef wellicht in een van de bunkers die sinds kort gerestaureerd en te bezichtigen zijn in Wijk aan Zee.
Met de foto van het orgeltje als uitganspunt maakten Ab Winkel en ik het lied Tweede Wereldorgel Wat mij betreft is het lied een persoonlijk muzikaal monumentje van twee muziekliefhebbers van nu voor twee muziekliefhebbers van toen. De video namen we grotendeels op in de opgeknapte de Küver / Cudovanbunker in het Gaasterbos in Wijk aan Zee.
De oorlog in de IJmond
Hoewel er geen grootschalige gevechten zijn geweest heeft de IJmond veel te lijden gehad in de oorlog. Deportaties, razzia, honger, armoede, onvrijheid. vergeldingsacties, evacuaties, ongelukken met wapens. Er zijn bombardementen geweest bijvoorbeeld op Hoogovens en op IJmuiden. Mijn opa Jan Kunnen die tijdens de oorlog bij Hoogovens kraanmachinist was is tijdens een bombardement een keer zo snel via een touw naar beneden gegleden dat zijn handen verschroeiden. Een Engelse bom raakte de voormalige Badgastenkerk, nu studio JP. Het projectiel ging niet af, maar door zijn gewicht sloeg het een gat in de voorgevel. Op verschillende plekken in het duinreservaat en in het Gaasterbos zijn een aantal ronde duinpannen die ontstaan zijn door bominslag.
Bunker
De kust en de duinen bij Wijk aan Zee wemelen van de bunkers die in de oorlog gebouwd werden als onderdeel van de bescherming van haven en sluizen van IJmuiden en de Hoogovens. In groter verband was deze “festung Ymuiden” onderdeel van de Atlantik Wall. Wijk aan Zee werd daardoor militair gebied. Met op het hoogste duin een radar installatie en 90 bunkers waarvan een aantal uitgerust met kanonnen. In 1943 toen de Duitsers een invasie verwachtten moesten de meeste Wijk aan Zeeërs evacueren. Antoon was timmerman en waarschijnlijk daarom mocht hij blijven. Ruim 70 jaar na de oorlog zijn een aantal bunkers toegankelijk gemaakt en sommige zijn in de originele staat hersteld. Er worden regelmatig rondleidingen gegeven. Info over de bunkers in Wijk aan Zee: http://www.atlantikwall-wijkaanzee.nl/
Boven dit artikel één van de vele niet eerder gepubliceerde foto’s uit het deze week verschenen boek “Dirk Jansen, jachtopziener op de Breesaap. De Breesaap was een gebied met duinen, bos en enkele landgoederen en boerderijen dat zich uitstrekte tussen Wijk aan Zee, Beverwijk en Velsen. Het pad rechts op de foto slingerde door de Breesaap via Tussenwijck naar Velsen-Noord.
Liefde voor mensen, natuur, en muziek
Op sprankelende toon beschrijft Dirk Jansen (1881-1970) het leven in en om Wijk aan Zee in het begin van de vorige eeuw. Uit zijn verhalen blijkt gevoel voor humor en liefde voor mensen, natuur en muziek. De plaatselijke muziekvereniging Arion die bijna een eeuw lang bij dorpse feestelijkheden heeft getoeterd is destijds opgericht door Jachtopziener Jansen samen met winkelier Daan “Flip” Schellevis. Hoe Arion in die tijd klonk en wat zij speelden is niet meer te horen want er was nog geen opname studio ;-) De familie van Dirk was actief in toneelclub en zangkoor en zowel een dochter als een zoon deden toen al aan fotografie. Veel van die unieke foto’s uit het familiealbum sieren nu het boek.
Tweede Wereldoorlog: jachtopziener of stroper?
Tijdens de Tweede Wereldoorlog zag Jansen dat de Duitsers delen van het duingebied innamen. Er werden bunkers gebouwd en versperringen. Er waren gebieden waar ook hij als jachtopziener niet mocht komen. Toch was hij op zo’n plek klemmen aan het zetten om konijnen te vangen. Het was nu eenmaal een plek waar veel konijnen waren. Plots stond er een Duitse soldaat met het geweer in de aanslag voor zijn neus: “Halt was machen sie!” Jansen was even verbouwereerd maar herstelde zich snel en zei: “Ik ben hier jachtopziener – Polizei. Ik zoek hier deze klemmen, er wordt hier gestroopt.” Dirk moest mee om zicht te verantwoorden. Hij werd eerst verhoord in een bunker door de Oberleutnant, en later onder bedreiging van een geladen geweer moest hij naar Velsen waar de Ortskommandant hem ondervroeg. Dirk hield vol dat hij klemmen en strikken opruimde die door stropers geplaats waren. Uiteindelijk kreeg Dirk zijn papieren terug en mocht gaan. De Duitsers waren op zoek gegaan naar meer klemmen maar hadden die niet kunnen vinden. Toen Dirk de volgende dag zag dat er konijnen in die klemmen waren gelopen had hij niet de moed om ze eruit te halen en is toen maar doorgelopen.
Veranderingen
Dirk jansen doorkruiste de Breesaap vanaf zijn derde jaar samen met zijn vader die ook jachtopziener was. Hij schoot zijn eerste konijn toen hij 8 was. Broer Jan ging ook in de jachtopzienerij. Hij vond werk op de Veluwe.
Het boek illustreert hoe ontwikkelingen leven en landschap totaal kunnen veranderen. Dirk Jansen heeft gezien dat zijn geliefde Breesaap plaats moest maken voor staalindustrie. Grote campings maakten plaats voor staalwalserijen, Wijk aan Zee was niet meer geschikt als kuuroord (sanatorium) en tuinbouwgebieden veranderden in industrieterrein of woonwijken voor het personeel.
De komst van de industrie betekende werk en staal. Het betekende ook het einde van de Breesaap als natuurgebied met uitgestrekte bossen en duinen, het einde als wandelgebied, het einde als jachtgebied.
Het omringende duingebied verloor in de loop van de jaren zijn natuurlijke zandige karakter dat nog goed te zien is op oude foto’s. Door stikstofdepositie (neerslaande luchtvervuiling) wordt het zand bemest waardoor de soortenrijke kruidenvegetatie steeds meer overwoekerd raakt door gras en struiken. Natuurbeheerders zijn veranderd in natuurbouwers die de vergrassing te lijf gaan met graaf-, zaag, plagmachines en met grazende schapen, koeien, pony’s, geiten en hooglanders. Deze ‘natuur’ is een soort tuin geworden die voortdurend wordt onderhouden.
De visie op de oorspronkelijke natuurgebieden is in honderd jaar niet wezenlijk veranderd: nog steeds worden resterende duinen gezien als braakliggend terrein dat naar believen gebruikt wordt voor de aanleg van fabrieken, wegen, bedrijfsterreinen.
Zo is in 2004 aan de rand van het industrieterrein zo’n 11 hectare bos- en duingebied veranderd in asfalt, gebouwen en beton. Dat er bijzondere planten en dieren in de randgebieden te vinden zijn werd toen door Corus / BPY stelselmatig ontkend. Sinds de Natuurbeschermingswet, de Flora- en faunawet, de Boswet kunnen worden afgehandeld met de Omgevingsdienst IJmond (2016) en sinds de invoering van het begrip “Tijdelijke Natuur” wil de fabriek graag samen op de foto met een vogel een boswachter of een bloeiende plant.
Wat niet zal verdwijnen dank zij de inspanningen van Cherry Bron en het Historisch Genootschap Midden Kennemerland zijn vele details over het leven in de Breesaap en het toenmalige Wijk aan Zee. Cherry Bron is kleindochter van Dirk Jansen. Zij vult het verhaal van haar opa aan waar nodig en blikt terug op haar eigen jeugd in Wijk aan Zee na de oorlog.
Landgoed Rooswijk, Breesaap
Uit een krantenartikel in 1968: “Velen zullen aan het park van landgoed Rooswijk in de Breesaap zoete herinneringen bewaren. Hoevelen zijn niet op een warme zondagmiddag door de prachtige bossen gewandeld, door de lanen die aansloten op de weg naar Wijk aan Zee, een weg door een prachtig tuin- en duinlandschap dat de Breesaap was? Hoezeer heeft men niet kunnen genieten van het prachtige natuurschoon met zijn rijke flora en fauna?. Wie nu het ter plaatse gebouwde Buitenhof – de houten gebouwen van Hoogovens, waarin de afdeling personeelsvoorziening zetelt – aanschouwt kan zich niet meer indenken dat hier eens één van de mooiste buitenplaatsen van Kennemerland heeft gestaan”
‘k Wijck sorgen van het hof en gaa mijn wandelpaaden, met roosen, leliën, met crucht en fruyt beladen, Doorsoecken en doorsien; kom naader mij en kijck, Hoe ick de roosen soeck, daar ick de roosen wijck (C. Gravesteijn in de Hollandse Parnas over landgoed Rooswijk)
In het boek Dirk Jansen jachtopziener van de Breesaap, zijn veel foto’s van het gebied de Breesaap. Veelal gemaakt door familieleden van de familie van Dirk. De plaatjes bieden een unieke kijk op een landschap dat zo goed als helemaal is gekapt en weggegraven.
Bron en Braam, C.B. & C.B.
Cherry Bron en Conny Braam hebben meer gemeen dan hun initialen. Beiden hebben zij ook een voorvader die in de Breesaap heeft gewoond en allebei schreven zij over deze voorvader een boek. Conny Braam – de woede van Abraham
Jacques Kloes is overleden. Goeie zanger. Beminnelijk mens. Nachtbraker, kroegliefhebber. Hoffelijk. Hij speelde tijdens live optredens ook uitstekend luchtgitaar. Sjaak : rust / rock in vrede.
Jacques stond als kleine jongen al op het podium te zingen. Trad op met allerlei bands. Hij schreef en zong in de jaren 70 een hele rij tophits met de Dizzy Man’s band. Hij kende in die tijd internationaal succes. Kocht een mooi huis, trouwde met een bloedmooi fotomodel die hij bezong met de Dizzy Man’s band in dit liedje In die tijd kon het gebeuren dat Sjaak Rod Stewart uitnodigde om eens langs te komen en dat Rod daadwerkelijk werd gesignaleerd in Beverwijk op een feest en om een potje te voetballen met Nederlandse artiesten. Sjaak’s creativiteit kwam soms ook tot uiting op andere gebieden. De seventies reclame slogan: maak je dorst maar nat (met Herschi cola) is naar het schijnt door hem bedacht.
Omdat de administratie van hun management niet aan de eisen voldeed kwamen in die tijd veel artiesten in problemen met de belasting. Zo ook Jacques. Zijn huis raakte hij kwijt, zijn huwelijk liep ten einde. Toen ik hem leerde kennen woonde hij in een flatje aan de Beverwijkse Plantage. De eerste keer dat ik hem daar opzocht was hij moeilijk te vinden op het aangegeven adres omdat op het naamplaatje niet J. kloes stond maar J. Borghart. Dat was kennelijk een maatregel om het niet te gemakkelijk te maken voor de deurwaarder.
Jacques was gek op Wijk aan Zee. In 2005 zong hij het 'Wijk aan Zees volkslied' dat hij ook deels componeerde.
Na de intensieve jaren van het grote succes dreef hij samen met Mar Scholten een gezellig muziek café in Beverwijk: Café het Straatje. Veel topmuzikanten uit Jacques’ vriendenkring kwamen daar spelen en ook veel beginnende bandjes traden er op. Hij stimuleerde altijd jong talent. Hij stimuleerde oud talent. Hij sponsorde zelfs mijn eerste vinyl LP en en zong mee op een van de nummers Het LP presentatiefeestje was in zijn café. In de jaren 90 nam Jacques in Albert Schierbeek’s Steelmill studio een solo cd op. De titel Highs and Lows weerspiegelt de hoogte- en diepte punten die hij achter de rug had. Sjaak en ik hadden in op een gegeven moment allebei tegelijk een radio hitje. We kwamen elkaar tegen bij diverse radio en tv programma’s. Hij zong toen Fantastische Vrouw.
Hij trad op met Johan Bouquet als het duo de Showbusters, met de Bloesbroers en ook met de heropgerichte Dizzy man’s band.
Jacques heeft in de loop der jaren diverse nummers opgenomen bij onze studio zoals het Volkslied van Wijk aan Zee wat hierboven in de video te horen is. Het is eigenlijk een soort parodie op het ongebreidelde chauvinisme waaruit volksliederen ontstaan maar als Sjaak het zingt dan ga je toch even trots rechtop staan en moet je even slikken.
Het zonder twijfel mooiste nummer dat Sjaak in onze studio opnam is het door hemzelf geschreven bluesnummer Huil maar zee